Home Geschiedenis Studio portret Nieuws Prijsinformatie Contact

“Paris1839” 19e eeuwse Fotostudio

19e eeuwse fotostudio Paris1839, Stationsstraat 4, 4421 AK Kapelle, 0113-330673, info@paris1839.eu

© Ontwerp en realisatie: “Paris1839”

Nicéphore Niépce

Het is in ons digitale tijdperk moeilijk voor te stellen wat een wonder het was om de eerste fotografische afbeeldingen ooit te zien. De omgeving vast te leggen precies zoals die was.

Het idee over tijd veranderde compleet. Voor het eerst kon je zien hoe je grootouders er uit hadden gezien, zelf als ze voor je geboorte al waren overleden.

Omstreeks 1815 ontdekte de Fransman Nicéphore Niépce dat een soort asfalt gevoelig was voor licht. Hij bracht bitumen aan op een stuk glas, legde er een afdruk van een gravure op en waar het zonlicht doorheen kwam (6-8 uur) werd de bitumen hard. Als je het glas met de bitumen in een oplossing (bijvoorbeeld terpenine) legde, verdwenen de niet hard geworden delen.


De vroegste foto waar we van weten is gemaakt op een plaatje tin. Het een opname vanuit een raam. De foto bestaat nog steeds en was voor het laatst te zien in 2013 in Mannheim. Met recht kunnen we zeggen: deze opname markeert het begin van de fotografie.


Louis-Jacques-Mandé Daguerre

Niépce wist dat hij iets geweldigs op het spoor was en hij gaat samenwerken met Louis Daguerre. Daguerre was een zeer bekende schilder en zakenman in en rond Parijs. Daguerre wil zelf foto's gaan maken en weet hoe een camera obscura werkt. Niépce sterft en Daguerre zet zijn onderzoek voort. Rond 1839 heeft hij een volledig werkende methode om foto's te maken. De Franse regering besluit zijn uitvinding te kopen en als een cadeau te schenken aan de wereld.


De basis is een verzilverde koperen plaat die langdurig gepolijst moet worden. Tot ze glimt als een spiegel. De plaat moet dan direct lichtgevoelig worden gemaakt en belicht. De belichting was echter nog een probleem. De belichtingstijd was ongeveer 20 minuten en zeker niet geschikt voor portretten. Het duurde nog een jaar voor daar een oplossing voor was gevonden. Belichtingstijden werden teruggebracht variërend van enkele minuten tot 20 seconden. Nog steeds was het hoofd vaak onscherp. Er werd een systeem ontwikkeld waarbij het hoofd in een klem rustte. Zo werd de opname, ondanks de minuten van belichting, haarscherp.

De daguerreotype werd geplaatst in een speciaal ontworpen cassette. Het was zo gemaakt dat er zo weinig mogelijk lucht bij de foto kon komen want lucht maakt zilver zwart. De cassette werd afgesloten met glas zodat de daguerreotypie altijd zichtbaar was.


Met de daguerreotype kreeg je een uniek, niet reproduceerbare opname, op een zeer kwetsbare, hoogglans gepolijste zilveren plaat. Om de afbeelding stabieler te maken en een warmere uitstraling te geven werd er een hele dunne 24 karaats gouden laag op aangebracht.


Door het vele en gespecialiseerde werk, in combinatie met het zilver en goud, was het zeer kostbaar om een daguerreotype te laten maken. Het waren dan ook de welgestelden in de 19e eeuw die zich het konden veroorloven.